In bijna alle bewerkte producten uit de supermarkt zit suiker of vet. Dit stoppen fabrikanten erin, omdat mensen het lekker vinden smaken en ze die producten daardoor vaker kopen. Veel mensen krijgen meer calorieën binnen dan dat ze eigenlijk nodig hebben. Dit is evolutionair te verklaren.
In de oertijd verzamelden de mensen gedurende de dag hun kostje bij elkaar. Er waren nog geen winkels of boerderijen, dus het eten moest uit de natuur gehaald worden. Het kostte veel tijd om wortels uit de grond te halen, struiken met bessen of andere vruchten te zoeken en af en toe op een dier te jagen. Ook moest er een wintervoorraad worden aangelegd, want planten groeiden bijna niet bij een lage temperatuur, de bevroren grond was te hard om in te graven en door de kou verloor het lichaam veel warmte en dus ook energie.
Met de tong kunnen vier verschillende smaken geproefd worden:
- Bitter: in de natuur betekent dit meestal dat het product giftig is, dus daar kan je ziek van worden of zelfs dood aan gaan;
- Zuur: in de natuur betekent dit vaak dat iets nog niet rijp is. Het eten ervan kan voor buikpijn zorgen;
- Zout: vroeger was dit niet algemeen beschikbaar, maar het is in kleine hoeveelheden heel goed voor het lichaam;
- Zoet: dit betekent dat je er veel energie van krijgt en bij weinig voedsel kan dit een verschil maken tussen leven en dood.
Vooral zoete en zoute producten bleken in de oertijd dus goed voor mensen te zijn en de personen die dit genoeg binnen kregen, hadden een grotere kans om te blijven leven. Ook vet heeft een hoge energetische waarde en is in die zin vergelijkbaar met zoete producten.
Tegenwoordig kunnen suiker en zout voor heel weinig geld in grote hoeveelheden bij de supermarkt gekocht worden. In het menselijk lichaam is het eten van suiker, vet en zout nog steeds geprogrammeerd als iets wat goed voor je is en veel mensen raken er makkelijk aan verslaafd. Een te hoge suikerinname kan leiden tot suikerziekte, hartziektes en overgewicht. Omdat suiker- en vetrijke producten veelal goedkoper zijn dan gezonder voedsel, zoals groente en fruit, is het niet moeilijk om er teveel van binnen te krijgen.
Foodwatch wil dat de regering een suikertaks in gaat voeren, waarbij producenten belasting moeten betalen over de suiker die ze in hun producten stoppen. Gemiddeld krijgt een Nederlander 44 kg suiker per jaar binnen en bij kinderen is dit zelfs nog meer, namelijk zo’n 51 kg. De helft van de kinderen in Nederland drinkt meer dan een halve liter gesuikerde drankjes per dag en dat staat gelijk aan 12 suikerklontjes.
In Engeland is de suikertaks al ingevoerd en dat heeft tot gevolg dat fabrikanten minder suiker in hun producten stoppen.
In vruchten zit overigens ook suiker, maar omdat er daarnaast nog veel andere stoffen in zitten, zoals water, vitamines en vezels, werken ze minder verslavend dan producten met geraffineerde suiker.
Wil je ook dat er een suikertaks wordt in gevoerd? Laat het de regering weten door deze e-mail te ondertekenen.
Aardvlinder 