In Nepal worden jaarlijks 8.000 meisjes verkocht, ontvoerd, of onder valse voorwendselen naar het buitenland gelokt. Ze eindigen als kamalari (huisslaaf), moeten werken in kledingfabrieken, of als prostituee.
Meisjes in Nepal staan laag op de sociale ladder. Het is breed geaccepteerd om vrouwen te slaan en ze gaan vaak niet naar school. Een derde van de Nepalese bevolking is zo arm, dat de mensen rond moeten komen met minder dan één dollar per dag. Veel meisjes worden verkocht aan een landheer, al is dit bij wet verboden, om schulden af te betalen, of zodat de familie wat geld krijgt en minder monden te voeden heeft.
Ook worden er meisjes naar het buitenland gelokt met de belofte op een beter leven. In werkelijkheid komen ze in fabrieken of de seks-industrie terecht. Doordat meisjes laag opgeleid zijn en geen voorlichting hebben gekregen over de risico’s van social media, is het makkelijk om ze van hun familie weg te lokken.
Als de meisjes kunnen ontsnappen, dan is alle ellende nog niet over. Hun stem wordt genegeerd en meisjes die zijn misbruikt of verkracht krijgen een stigma.
In de documenaire ‘Leven in de frontlinie: meisjes als handelswaar’ is te zien dat er meisjes van zes jaar oud zijn die al door hun familie worden verkocht en dat het voor jonge vrouwen zonder familie veiliger is in de gevangenis dan daarbuiten.
Sarita en Sabina uit Nepal willen dat hun burgemeester in actie komt tegen meisjeshandel. Hij heeft namelijk de macht om lokale wetgeving te ontwikkelen en actieplannen te maken.
Plan Nederland is een petitie gestart om Sarita en Sabine te steunen. Ze moeten weten dat ze niet alleen staan. Teken je ook?
Bron van informatie: website Plan Nederland