Powered by Me

Mieke Evans, een Londense triatleet, bedacht het concept Powered by Me. In 2017 kwam ze een jaar lang overal zonder gebruik te maken van een auto of het openbaar vervoer (met uitzondering van de ferry). Op deze manier forensde ze naar haar werk, maar ze ging bijvoorbeeld ook op de fiets op vakantie. Haar ervaringen zijn te lezen op haar website.

2021 staat voor Aardvlinder in het teken van Powered by Me. Op deze pagina houd ik een blog bij van mijn ervaringen.

Januari

Drie jaar geleden deed ik mee aan de Powered by Me week, die Mieke Evans destijds organiseerde. Ik vond het een superleuk initiatief en ook een uitdaging om overal op eigen kracht op tijd aanwezig te zijn. Toen duurde het een week, nu startte ik op 1 januari 2021 met de instelling dat ik wel zal zien waar het schip strand.

Tijdens de eerste maand waren er nog geen grote hindernissen, het vervelendst was het steeds omdoen en aanzetten van de gps-horloge, waarmee ik de afstanden bij kan houden. Eenmaal moest ik vroeg opstaan om voorafgaand aan mijn werkdag mijn kind naar de oppas te brengen. Niet alleen wij, maar ook de laptop en een stapel schoolboeken kregen de regen te verduren. Gelukkig was alles goed ingepakt en liep niets schade op. Ik kwam ook nog precies op tijd op mijn werk aan, dus deze hindernis had ik overwonnen.

Doordat ik dicht bij mijn werk woon en alle excursies/cursussen/uitjes worden uitgesteld of gedigitaliseerd wegens de coronapandemie was deze maand nog niet echt een uitdaging. Wel was het leuk om naar uitdagingen te zoeken, gewoon om wat extra kilometers te maken. Bijna elk weekend fietste ik naar en wandelde ik in het Loetbos.

Aan het eind van de maand ben ik samen met mijn kind naar onze favoriete bakkerij Sharp Sharp in Rotterdam gegaan. De één op de fiets, de ander op de step, raad maar wie wat deed. We deden er bijna vier uur over (ruim 26 km), maar dat was gelijk een goed excuus om van de geraffineerde suikervrije (maar toch calorierijke) taartjes en koeken te snoepen. Het was erg koud op de Brienenoordbrug, maar gelukkig regende het niet. We waren trots op onze prestatie.

Ik heb deze maand 63,4 km gewandeld, 215,2 km gefietst, 56,6 km hardgelopen en 0,3 km gestept.

Februari

De tweede maand van 2021 was er één van extremen. Sinds lange tijd was het weer mogelijk om op de schaats te staan. In de nacht van zaterdag 6 februari zou het gaan vriezen en daarom besloot ik die dag nog snel naar Rotterdam te fietsen, omdat ik liever niet op de fiets stap als de wegen glad zijn. Ik zie de Powered by Me ervaring toch wel een beetje als een uitdaging, dus ik probeer de nodige kilometers mee te pakken. Ik haalde eten op bij restaurant Minang Kabau aan de Kralingse Plas. Ik kreeg twee volle papieren tassen mee, maar de zijtassen van mijn fiets waren te klein, dus ik moest alle bakken uit de papieren tassen halen en het op die manier zien te doen passen. Dat lukte net, de zijtassen zaten propvol. Ik was bang dat bij een windvlaag de emping uit mijn zijtas zou zwiepen, maar alles bleef netjes liggen waar het lag.

Maandagochtend was het buiten helemaal wit van de gevallen sneeuw. Omdat ik altijd even een paar kilometer hardloop voordat ik ga werken, besloot ik dat op deze dag ook te proberen. Ik vreesde dat het glad zou zijn, maar dat viel gelukkig mee. Hardlopen over de sneeuw bleek veel makkelijker dan wandelen. De fiets liet ik deze week binnen staan, dat probeerde ik niet eens.

De dagen erna vroor het wel, maar het waaide ook hard, waardoor er in eerste instantie geen ijs op het klotsende water kwam. Vanaf dinsdag vormde zich pas een laagje ijs op de sloten en donderdag 11 februari bond ik mijn oude noren onder, die eigenlijk een maatje te klein zijn, om op een sloot nabij mijn huis te schaatsen. Het ijs zag er veilig uit en aantal buren waren me al voorgegaan. Op sommige plekken kraakte het ijs, maar zoals een oud gezegde luidt: Krakend ijs breekt niet. Ik geloof daar eigenlijk niet in, maar in dit geval klopte het wel. Ondanks de kou, het was een paar graden onder nul, voelde het aangenaam warm in het zonnetje. Ik schaatste een uurtje heen en weer over de sloot, totdat mijn tenen gevoelloos werden van de kou. Thuis warmde ik op met een beker vegan warme chocolademelk.

De zaterdag erna liep ik met mijn man en zoon naar een nabijgelegen dorp toe, deels over de sneeuw, deels over het ijs. Doordat we vroeg vertrokken waren, kwamen we bijna niemand tegen. Het ijs lag er verlaten bij en af en toe schrokken we van een plotseling gekraak. Het had al bijna een week non-stop gevroren, maar desondanks had ik de dag ervoor nog gehoord dat mijn vader op het ijs een natte voet had gehaald. De wind blies hard in ons gezicht, wat het wandelen niet echt aangenaam maakte. Op de terugweg veranderde dat. De zon brak door en de wind blies nu in de rug.

Zondag was de laatste dag waarop het ijs betrouwbaar zou zijn en die kans lieten we niet schieten. We stonden extra vroeg op om op de Surfplas te kunnen schaatsen. We reden er op de fiets naartoe. Een uitdaging, want hoewel de paden grotendeels sneeuwvrij gemaakt waren, was dat niet overal het geval. Mijn banden gleden af en toe weg, waardoor ik maar naast de fiets ging lopen. Toen we er om half acht aankwamen was de dageraad in aantocht en de plas nagenoeg verlaten. Er stond slechts één andere schaatser op het ijs. In het midden van de plas zat een wak, vol met zwanen, meerkoeten en eenden, maar het grootste deel van het wateroppervlak was bevroren en we konden er rondjes over schaatsen, iets wat ik nooit eerder had gedaan. Na anderhalf uur schaatsen, met ruim 17 km in de benen, hielden we het voor gezien.

Dezelfde middag zette de dooi in. Desondanks bleef de smeltende sneeuw nog een paar dagen op straat liggen, wat zorgde voor gladheid. Bij een wandeltochtje van enkele honderden meters naar de supermarkt verloor ik al een paar keer mijn evenwicht, waardoor ik het hardlopen even liet schieten.

Het weekend erna was het weer helemaal omgeslagen. Het leek wel een warme lentedag, met veel zon en temperaturen die bijna de vijftien graden raakten. Het was echt vakantieweer en we fietsten naar het dorpje Vlist, waar we een Bed & Breakfast hadden geboekt. Onderweg zagen we drie ooievaars in een weiland staan en we reden bijna over een grote rups heen. We stopten om het dier van dichtbij te kunnen bekijken. Het was een wilgenhoutrups, die alleen tevoorschijn komt als zijn woning, een wilg, is gekapt. Hij gaat dan op zoek naar een andere boom. Na ruim twee uur fietsen kwamen we bij de Bed & Breakfast aan. We werden gastvrij ontvangen en kregen een rondleiding door het huis en ‘onze tuin’, met daarin schapen, kalkoenen, geiten, varkens en kippen. Toen we naar binnen gingen werden we verrast met thee en zelfgebakken worteltaart. Daarna maakten we een fietstochtje richting de Bonrepas, waar we wilden gaan wandelen. Dat bleek niet te kunnen, want a) er was geen wandelpad; of b) we konden het wandelpad niet vinden. Daarom fietsten we een rondje langs een molen en alvast langs het restaurant waar we die avond eten zouden afhalen. De dag erna kregen we een uitgebreid vegetarisch ontbijt en daarna was er nog tijd voor een spelletje ganzenbord. Toen was het alweer tijd om naar huis te gaan. Het was een leuke onderbreking van de dagelijkse bezigheden en het voelde echt als een vakantie.

Ik heb deze maand 71,7 km gewandeld, 208,2 km gefietst, 50,3 km hardgelopen en 20,9 km geschaatst.

Maart

In deze maand heb ik geen grote afstanden afgelegd, gewoon de dagelijkse verplichtingen in de omgeving en af en toe een wat langere fietstocht naar Rotterdam. Toen ik op een dag naar mijn werk over een bruggetje liep, viel het me opeens op dat een deel van de grond bevroren was. Het had die nacht gevroren, maar de zon had de kou alweer verslagen. Alleen in de schaduw was de vorst nog aanwezig. De horizontale lijnen waren wit, maar de verticale niet. Ik denk dit kwam omdat de schaduw bij de verticale lijnen sneller verschoof door de opkomende zon. De laatste twee weken van maart heb ik niet hardgelopen, omdat ik al vanaf november kamp met een blessure, die maar niet over wil gaan. Ik hoopte dat anderhalve week rust genoeg zou zijn, maar helaas heb ik er nog steeds last van.

Op 20 maart was de Nationale Opschoondag. Samen met mijn zoontje en andere ouders met kinderen gingen we de buurt schoonmaken. We kregen een vuilniszak en prikstokken van Qua Wonen en onderweg raapten we de gekste dingen op, waaronder een schoen. Ook liepen we de fotograaf van streekkrant Het Kontakt tegen het lijf. Hij maakte van ons een foto, die een paar dagen later op de voorpagina prijkte.

Voor mijn verjaardag kreeg ik een kilometerteller en die maakt het wel wat makkelijker om de afstanden bij te houden, want dan hoef ik niet altijd mijn gps-horloge om te doen of achteraf op http://www.afstandmeten.nl te kijken welke afstand ik die dag heb afgelegd.

Ik heb deze maand 30,1 km gewandeld, 200,8 km gefietst en 49,2 km hardgelopen.

April

Op zondag gaan we vaak naar het Loetbos om te wandelen of te hardlopen. We besloten eens de andere richting uit te lopen en kwamen op een graspad uit. In tegenstelling tot de rest van het bos was het daar zondagochtend lekker rustig. Via een plank staken we de sloot over en al snel zag ik een blauwe vogel in de boom zitten. Toen we dichterbij kwamen was de vogel gevlogen, maar een paar minuten later zagen we het dier weer, luid kwetterend vloog hij als een raket langs ons heen. Op de terugweg landden twee ijsvogels vlak na elkaar op een omgevallen boom en we konden heel goed de oranje buik en felgekleurde blauwe veren op de rug zien. Een week later namen we hetzelfde pad. Helaas lieten de ijsvogels zich dit keer niet zien, maar er vloog wel een lepelaar over ons heen.

Voor mijn werk organiseer ik een triatlon en de meivakantie heb ik gebruikt om de routes te testen. Ik vond het te koud om het water in te gaan, maar ik heb wel de hardlooproute geprobeerd. Met een intervaltraining van steeds een bepaalde afstand hardlopen, gevolgd tot dezelfde afstand wandelen, heb ik 10 km afgelegd. Het was die dag prachtig weer en het afwisselen beviel me zo goed dat ik dit een paar dagen later herhaald heb, maar dan met steeds 2/3e hardlopen en 1/3e wandelen.

Vrijdag 30 april pakte ik de fiets naar Rotterdam. De Algerabrug stond open en daardoor moest ik even wachten, maar dat zorgde er wel voor dat ik een oud-collega tegen het lijf liep en we een gedeelte van de route gezellig samen konden afleggen. Bij de Van Brienenoordbrug namen we afscheid van elkaar en reed ik richting Feyenoord. Het begon te regenen. Ik dacht dat het een klein buitje zou zijn, want de buienradar op mijn telefoon had een paar uur daarvoor nog geen neerslag voorspeld. Wat fietskilometers verder kwam ik bij bakkerij Sharp Sharp aan, waar ik erg vriendelijk werd ontvangen en een cadeautje kreeg voor het wachten in verband met het klaarmaken van mijn bestelling. Ik hoopte dat na die paar minuten de bui overgewaaid zou zijn, maar het was juist harder gaan regenen. Via de Erasmusbrug kwam ik bij het centrum van Rotterdam aan, waar ik ook nog even bij restaurant Spirit langs wilde gaan om op hun terras een kokoskoffie te drinken, maar ik was doorweekt en had geen zin om in de regen buiten te zitten. Ik fietste dus gelijk weer terug naar huis. Onderweg was ik enkel even gestopt om een paar foto’s te maken van mijn doorweekte kleding. Bij mijn kuiten was mijn broek nog droog. ‘Ieder nadeel heb zijn voordeel,’ zoals Johan Cruijff zou zeggen. Alleen was ook de achterkant van mijn broek doorweekt eer ik thuis was.

Ik heb deze maand 55,7 km gewandeld, 290 km gefietst en 46 km hardgelopen.

Mei

Tijdens de meivakantie had mijn man ook een paar dagen vrij en hij stelde voor om met z’n allen naar Rotterdam te wandelen voor een mini-vakantie. Hij boekte een kamer met extra late check-out, zodat we de dag erna onze spullen op de kamer konden laten liggen tijdens het shoppen. Het wandelen ging prima. We fietsen zo vaak in Rotterdam dat we prima de weg konden vinden. Onze zoon was op de step en moest regelmatig stilstaan om op ons te wachten. Het ging hem allemaal te langzaam. Na het inchecken zetten we de step op de kamer en gingen we alle drie te voet verder. Bij de markthal kochten we een ijsje en daarna struinden we wat winkels af en haalden we eten bij vegetarisch restaurant Leaf, wat we opaten op de hotelkamer.
De volgende ochtend ging ik er al vroeg uit om ontbijt te halen bij Spirit. Mijn ogen waren groter dan mijn maag, iets waar ik vaker last van heb, en we zaten dus erg vol. Gelukkig stond ons weer een actieve dag te wachten, waarbij we onder andere naar sportwinkel Decathlon gingen en we de steps voor volwassenen en tafeltennistafel uitprobeerden (maar niet kochten). Tussen de middag aten we een proeverijtje op het terras van Sue. Niet te veel, want we zaten nog steeds vol van het ontbijt. Daarna stonden we erg lang in de rij bij Blokker (er was een maximaal aantal bezoekers toegestaan in verband met coronamaatregelen) en rustten we nog even uit op de hotelkamer. Precies om vijf uur checkten we uit en begonnen we met een omweg langs Bram Ladage aan de terugreis. Die ging net zo voorspoedig als de heenweg. Ik had geen last van blaren, maar mijn voeten waren wel erg vermoeid.

Op 7 mei huurden we een roeibootje in het Loetbos. We hadden twee uur de tijd om naar de brug van Ouderkerk aan den IJssel te roeien en weer terug. Met mijn gps-horloge probeerde ik de afstand bij te houden, maar daarmee leken we zo verdacht weinig meters af te leggen, dat ik het thuis nog eens heb nagemeten via de website http://www.afstandmeten.nl. Mijn horloge had inderdaad ongeveer twee derde van alle meters gemist, waarschijnlijk door de lage ligging in het water. Het roeien was heel leuk, al doken we soms de kant in en knalde ik één keer hard tegen een paal. In tegenstelling tot vorige zomer, toen we ook een roeiboot hadden gehuurd, kwamen we ditmaal niet vast te zitten op de bodem.

Op 16 mei gingen mijn zoon en ik hardlopen bij de Surfplas. We deden een intervaltraining, met afwisselend hardlopen en wandelen. Bij elke speelpolder namen we een “pauze” door over de hindernissen te gaan. We sprongen van de ene naar de andere plank en liepen tussen touwen. De tweede speelpolder ligt er al wat langer dan de eerste en daar zijn de hindernissen een grotere uitdaging. De palen staan net wat verder uit elkaar en je kan er bijvoorbeeld over water heen slingeren. Ook lagen er twee boomstammetjes naast elkaar over een sloot. We gingen er samen overheen, ik hield mijn zoon vast, voor het geval hij zou uitglijden. Dat leek een goed idee, maar in de praktijk pakte dat anders uit. Hij verloor zijn evenwicht, en in plaats van dat ik hem tegen kon houden, raakte ik ook uit balans en gleed ik na hem de sloot in. Het water kwam tot aan mijn borst en we klommen er snel uit. Het voelde helemaal niet koud aan. Met drijfnatte kleding en soppende schoenen liepen/renden we naar huis. Dat ging best wel makkelijk en we hielden er geen blaren aan over. Het water verdampte door de beweging en inspanning, maar de modder bleef achter. Onderweg kwamen we meerdere wandelaars tegen en zij zullen ons vast geroken hebben, al hadden we er zelf geen last van. Thuis kostte het best veel moeite om alle modder uit de kleding en schoenen te krijgen.

Ik heb deze maand 78,3 km gewandeld, 257,3 km gefietst, 59,5 km hardgelopen en 1,8 km geroeid.

Juni

Deze maand kreeg ik mijn eerste corona-vaccinatie. Daarvoor moest ik op maandag 21 juni naar Bergambacht fietsen. De afspraak was al een paar weken eerder gemaakt, toen ik nog niet wist dat het die dag continu zou regenen. Met een regenpak aan fietste ik vol tegenwind naar de priklocatie toe. Het kostte me bijna anderhalf uur en ondanks de voorzorgsmaatregelen was ik drijfnat. Na afloop had ik gelukkig de wind in de rug en was ik binnen een uur weer thuis. Van de vaccinatie zelf had ik weinig last, alleen de dag erna wat spierpijn in mijn arm.

Maandagavond 28 juni nam ik deel aan een natuurvoedingswandeling door het Krimpenerhout. Marjan Pols-de Pee leidde ons langs verschillende eetbare en geneeskrachtige planten en ze vertelde er uitvoerig over, heel leerzaam! Ondertussen kregen we thee en aten we ter afsluiting een toastje met zelf-geplukte bloemen. De geplande 1,5 uur werd ruim overschreden en in de schemering fietste ik terug naar huis.

Ik heb deze maand 13,1 km gewandeld, 283,1 km gefietst en 51 km hardgelopen.

Juli

Op donderdag 1 juli had ik een afspraak in Rotterdam centrum. Ik vind het fietsen geen probleem, maar ik kan wel inzitten over diefstal. Meestal neem ik een extra slot mee als ik naar Rotterdam ga en die dag was daarop geen uitzondering. Ik ging op de fiets van mijn man, omdat die net wat sneller gaat en twee grote zijtassen heeft, waarin ik makkelijker boodschappen kan stoppen. Toen ik bijna twee uur later weer bij mijn fiets kwam, zag ik dat het zadeldekje er niet meer op zat. Het was een wit zadeldekje met reclame erop, niet echt een gewild object, lijkt me zo. Toevallig was een week eerder ook al een zadeldekje van dezelfde fiets gejat, maar dat exemplaar was oranje en dat had mogelijk te maken met de EK-voetbal gekte die toen nog heerste. Desondanks was ik blij dat de fiets er nog stond. Onderweg haalde ik taartjes bij Sharp Sharp (waarvoor ik de zijtassen nodig had) en thuis aangekomen besloot ik meteen nog twee extra fietssloten aan te schaffen en in het vervolg het zadeldekje bij het afstappen maar met me mee te nemen.

Samen met een collega organiseer ik een mini-triatlon en ter voorbereiding gingen we op woensdag 14 juli naar de Surfplas om de route door te nemen. We fietsten de hardlooproute en we kwamen onderweg wel wat wandelaars tegen die heel vriendelijk voor ons aan de kant gingen. Binnen een half uur waren we al klaar. Toen maakten we nog wat foto’s, zodat we daarmee reclame konden maken bij de leerlingen. Hopelijk gaan veel leerlingen zich opgeven.

In de eerste week van de zomervakantie stond ik extreem vroeg op om via een omweg langs mijn werk te rennen en daar de moestuin water te geven. Een goede stimulans om in beweging te blijven. Ook bleef er veel tijd over voor andere dingen. Ik vind het altijd prettig om de dag met sporten te beginnen. Zo is het snel achter de rug en hoef ik er de rest van de dag niet meer tegenop te zien.

Op 22 juli nam ik mijn zoon mee naar Sharp Sharp voor een uitgebreide lunch. Na 13 km fietsen kwamen we er aan en dat zagen we als een goede reden om lekker veel te bestellen. We aten bananenbrood, gebakjes en kleine koekjes, en dronken daar bloemenmelk en een smoothie bij. Tijdens de tweede ronde namen we elk een warme chocolademelk, wat in zo’n grote kop zat dat we er allebei buikpijn van kregen. We bestelden nog wat gebakjes voor thuis (en werden verwend met een paar gratis extra gebakjes) voordat we weer terug naar huis fietsten. De lucht was blauw en we genoten van de inspanning, in de hoop dat het genoeg zou zijn om al het lekkere eten er weer af te sporten.

Maandag 26 juli gingen we op vakantie. Voor mij een fietsvakantie, man en zoon pakten de auto. Via een omweg fietste ik naar Landal Reeuwijkse Plassen, want ik moest eerst mijn tweede vaccinatie nog laten zetten. De weersverwachting was ronduit slecht en daar had ik me vooraf veel zorgen om gemaakt. Door de regen fietsen kan ik handelen, maar onweer is een ander verhaal. Helaas stond dit de hele dag op het programma. Gelukkig viel het tijdens het fietsen mee, al clusterden donkere wolken samen boven Stolwijk. Ik heb halverwege in een fietsenstalling langs de provinciale weg geschuild, terwijl de bui overtrok en ik een broodje at. Om drie uur kwam ik aan op het park en vijf minuten later arriveerde de rest van mijn gezin.

We hebben deze week veel gewandeld en gefietst. We zijn met de fiets en step naar Gouda gegaan om te springen bij Jump Square en te eten bij Miss Nice Banana. Ook hebben we vaak naar de Olympische Spelen op televisie gekeken. De sup en opblaasbare kano hadden we meegenomen en we maakten twee tochten over de sloten in de omgeving. Er stond de tweede keer erg veel wind en we werden steeds de kant in geblazen. Ook gingen we frisbeeën op het strand van de Reeuwijkse Plas en testten we de vegetarische kroketburger bij McDonald’s.

Ik heb deze maand 48,7 km gewandeld, 365,2 km gefietst, 59,5 km hardgelopen, 4,9 km gesupt en 4,3 km geroeid.

Augustus

Voor onze tweede vakantieweek hadden we een huisje geboekt op een camping in Lage Zwaluwe. De buienradar had vooraf voorspeld dat het maandag 2 augustus een zonnige dag zou worden, maar op de fietstocht van de Reeuwijkse Plassen naar huis werd de lucht steeds donkerder. Er vielen een paar spatjes regen, maar in de middag, toen ik vanuit huis vertrok naar het tweede vakantieadres, was het droog. Het fietsen kostte me niet veel moeite, al raakte ik wel de weg kwijt in Zwijndrecht. Door de bewegwijzering te volgen kwam ik toch nog snel in Dordrecht aan en van daaruit was het nog een eind fietsen naar de Moerdijkbrug en vervolgens naar Lage Zwaluwe. Ook dit keer kwam ik eerder aan dan de rest van het gezin, die wederom de auto had gepakt. Na twintig minuten wachten arriveerden zij ook. We hadden een mooi huisje gehuurd, maar ’s nachts bleken we niet de enige bewoners te zijn. Er zaten veel muggen en dat maakten de nachten niet zo prettig. Elke ochtend haalden we verse broodjes op de fiets. De ene dag deed mijn man dat bij de Jumbo in Lage Zwaluwe, de andere dag deed ik dat bij de Albert Heijn in Made.

Dinsdag gingen we met de sup naar een zwempoel in Lage Zwaluwe, waar we in eerste instantie de enige bezoekers bleken te zijn. Later kwam er een man bij, die de gewoonte had om elke dag de plas rond te zwemmen. We wisselden af op de sup en gingen in de tussentijd puzzels oplossen op het strand.
Woensdag fietste ik naar het Biesbosch bezoekerscentrum in Drimmelen. Man en zoon waren met de auto, want mijn man vond de afstand te groot om er op de step naartoe te gaan. Bij het bezoekerscentrum keken we even rond en daarna maakten we een korte wandeling door de polder. Het was niet mogelijk om op eigen gelegenheid (met de sup of kano) naar de Biesbosch te gaan, dus we vertrokken snel weer.

Later die week bezochten we binnenspeeltuin de Belhamel, die onder andere een klimpark bevat. Eerst kregen we een korte uitleg, daarna moesten we een harnas aantrekken, helm opzetten en konden we beginnen. Gezekerd aan een staaldraad overbrugden we alle hindernissen. Bij het één na laatste obstakel, een klimwand met steunpunten die voor mij iets te hoog zaten, waardoor ik met mijn hoofd tegen het dak aan kwam, brak het zweet me uit. Toch lukte het en na een vlucht van de tokkelbaan was de hele route doorlopen. Daarna was het tijd om uit te rusten/ spelen.

We wandelden ook veel. Op een tocht door Lage Zwaluwe zag ik plotseling een musje naast de weg zitten. Ik dacht eerst dat het dier dood was, want ze bewoog niet. Toen ik door mijn knieën zakte zag ik haar oogje knipperen. We zetten haar in de naastgelegen heg, in de hoop dat een kat haar niet zou grijpen en opeten. Een waakhond begon te blaffen en donkere wolken pakten samen boven ons. We liepen snel terug naar de camping.

Maandag 9 augustus zat de vakantie erop en fietste ik naar huis. Mijn telefoon is niet voorzien van een internet-abonnement, maar ik had vooraf screenshots gemaakt van de route. Tot aan Zwijndrecht ging het goed, maar daar pakte ik per ongeluk het verkeerde pad, waardoor ik in Heerjansdam in plaats van Ridderkerk Rijsoord uitkwam. Dankzij een bord van het fietsroutenetwerk zag ik welke knooppunten ik moest volgen, maar onderweg mistte ik waarschijnlijk wat aanwijzingen, waardoor ik uiteindelijk via Barendrecht in Rotterdam Charlois uitkwam. Vandaaruit wist ik de weg naar huis, ik had negen kilometer omgefietst.

De dag erna maakte ik een bijna even lange tocht. Rond etenstijd belde een buurvrouw bij ons aan om te vertellen dat onze zoon was gebeten door een hond. Er mocht maar één ouder mee naar de eerste hulp, dus mijn man haalde de auto. Terug thuis besloot ik er toch maar achteraan te fietsen. Halverwege de tocht werd duidelijk dat de wond in het Erasmus MC gehecht moest worden, dus fietste ik via Capelsebrug naar de Van Brienenoordbrug. Na ruim een uur wachten in de parkeergarage zag ik mijn gezin weer en de wond was keurig gehecht. Mijn man haalde een antibioticakuur bij de Rotterdamse apotheek en ik fietste ondertussen met mijn zoon achterop naar huis, waar we pas rond 22:00 uur aan tafel gingen om te eten.

Een paar keer per week probeer ik een paar kilometer hard te lopen en dat is zelfs tijdens onze vakantie gelukt. Helaas leek daar een eind aan te komen op zaterdag 14 augustus, toen er een glas sneuvelde in onze keuken en ik met mijn linkervoet in een glassplinter ging staan. De pijn viel mee, maar bij elke stap was de splinter te voelen en het lukte niet om het er met een pincet uit te halen. Maandagochtend belde ik de huisarts en ik mocht gelijk langskomen. De dokter zette een vergrootbril op en pakte een pincet. Zonder verdoving (maar ook zonder pijn!) haalde hij binnen twee minuten de glassplinter uit mijn voet. Het bleek best een grote te zijn, dus als ik de huisarts niet had gebeld, dan had het lang geduurd voor de splinter eruit was gezworen. De (lichte) pijn was meteen verdwenen en ik kon weer hardlopen.

Eind augustus kregen we slecht nieuws. Een familielid had niet lang meer te leven en was opgenomen in een hospice. Mijn gezin en ik trokken er een hele zaterdag voor uit om bij haar op bezoek te gaan. Met de app maps.me op mijn telefoon lukte het om zonder omrijden naar Den Haag te fietsen. Wel ging de route dwars door Delft, inclusief de drukke winkelstraten, waar veel mensen midden op de smalle weggetjes wandelden. Dat was nog best lastig. Het fietsen duurde langer dan het bezoek zelf, we waren meer dan vijf uur onderweg. Het weer viel mee, want hoewel regen was voorspeld, hielden wij het op een enkele druppel na helemaal droog. Wel zagen we natgeregende straten door een bui die Delft net voor ons bezocht had.

Maandag 30 augustus was mijn vakantie afgelopen en moest ik weer aan de slag. Mijn werk had een leuke jaaropening bedacht, maar die vond plaats in Ouddorp, ruim 70 km van ons huis af. Voor de zomervakantie had ik al een beetje geïnformeerd bij een collega of hij met me mee wilde fietsen en een week voor aanvang had hij de knoop in positieve zin doorgehakt. Om kwart over vier ’s ochtends ging mijn wekker af. Ik had al mijn spullen de avond ervoor al klaargelegd, dus ik had niet veel tijd nodig om te kunnen vertrekken. Om vijf uur zat ik op de fiets en om kwart over vijf ontmoette ik mijn collega, die in het naastgelegen dorp woont, op de Algerabrug. Het was nog helemaal donker en er was bijna geen verkeer op de weg. We kwamen al snel in Rotterdam aan, waar we met behulp van de maps.me app snel over de juiste weg konden fietsen. Ik zeg snel, maar dan bedoel ik: snel voor mijn doen. Mijn collega is het gewend om op zijn mountainbike zo’n vijf kilometer per uur harder te rijden, maar dat kan ik niet aan. Gelukkig wist hij dat vooraf en hield hij zich in. In Rotterdam konden we bij de meeste stoplichten gelijk overfietsen, dus dat zorgde voor weinig oponthoud. Via de Groene Kruisweg kwamen we vanuit Hoogvliet in Spijkenisse aan en daar fietsten we bij industrieterrein Molenwatering de Trambaan op. Dit smalle fietspad loopt kilometers door, helemaal tot aan Hellevoetsluis. Toen we 36 kilometer gefietst hadden, stopten we even bij een bankje om te ontbijten. We koelden al snel af en besloten na zo’n twintig minuten weer op de fiets te springen. Na het passeren van Hellevoetsluis fietsten we over de Haringvlietbrug naar Goeree-Overflakkee. Daar kwamen we onder andere door het mooie centrum van Goedereede en daarna werd het fietspad al snel omringd door duinen. De hele weg waren we gezellig aan het praten, waardoor de tijd veel sneller leek te gaan dan de vier uur en veertig minuten die we nodig hadden om in Ouddorp te komen. Op onze bestemming aangekomen ging ik me snel omkleden en daarna was het tijd om in de strandtent bij te kletsen met andere collega’s. Om elf uur was iedereen aanwezig en begonnen de activiteiten op het strand. Ik maakte met twee anderen een strandwandeling en daarna schoot ik met pijl en boog, beschilderde ik een oesterschelp (deze was de ochtend ervoor geraapt op het strand, waar een vogel waarschijnlijk de oester gegeten had, het was geen oester die gekweekt was voor menselijke consumptie) en kreeg ik een lesje hangmatyoga. Om twee uur was de lunch klaar en daarna was het alweer tijd om te gaan. Veel collega’s moedigden ons aan en zwaaiden ons uit. We verwachtten vooral tegenwind te krijgen op de terugweg, omdat de heenweg zo voorspoedig was gegaan. Dit viel gelukkig mee. Bij Spijkenisse hadden we wel even behoefte om van de fiets af te stappen en daarom bezochten we een fastfoodrestaurant om vegetarisch te snacken. Vanaf Spijkenisse navigeerde de routeplanner ons over een andere weg dan op de heenweg. Mijn collega was zeer teleurgesteld, want in plaats van twee bruggen (de Van Brienenoordbrug en de Algerabrug) moesten we nu nog vijf bruggen over. We fietsten eerst langs industriegebied en havens, daarna kwamen we in een arme buurt van Rotterdam uit. Vanaf het Feyenoordstadion herkende ik de weg en kon de navigatie uit. Ik had ondertussen behoorlijk dorst gekregen en we stopten even een minuutje om te drinken. Bij de Van Brienenoordbrug zagen we hoe de zon bijna onderging en we stopten om een foto te maken. Het was niet ver meer naar huis. We fietsten langs de Nieuwe Maas en Hollandsche IJssel en reden vervolgens de Algerabrug op. Achter ons hoorden we getoeter. We keken om en zagen een camper met twee enthousiaste collega’s voorbij scheuren. We hadden ze eerder die dag al in Ouddorp gezien, zij waren ook op de fiets, maar dan vanaf de camping, vijf minuten van de locatie vandaan. Bij de Algerabrug nam ik afscheid van mijn collega en hij ging de laatste vijf kilometers nog even in de versnelling, omdat hij graag voor het donker thuis wilde zijn. Zelf stapte ik om kwart voor negen ons huis binnen, moe maar voldaan. We hadden in totaal bijna 140 km afgelegd die dag.

Ik heb deze maand 52,8 km gewandeld, 702,6 km gefietst, 37,8 km hardgelopen, 3,6 km gestept en 1,6 km geroeid.

September

Op donderdag 2 september was het schoolplein van mijn werk helemaal omgebouwd tot speelparadijs voor jongeren. De leerlingen konden zich uitleven op de stormbaan, de mechanische rodeostier, het worstelen in opblaasbare sumopakken en nog veel meer. Ik had me ingeschreven om een uurtje bij de stormbaan te staan. De leerlingen moesten in het begin door een tunnel en daarna klommen ze met een touw omhoog. Het zag er niet moeilijk uit, maar veel kinderen gleden naar beneden. Ik stelde de instructie bij: niet alleen de schoenen, maar ook de sokken uit. Toch hadden sommige leerlingen alsnog moeite om erop te klimmen. Na een tijdje instructies geven begon mijn stem al schor te worden. Ik daagde een collega uit om samen een rondje over de stormbaan te gaan, maar ze sloeg het aanbod af. Een andere collega wilde wel. Ik trok mijn schoenen en sokken uit en daar gingen we. Ik ging snel door de tunnel, maar moest daarna met het touw omhoog klimmen. De (opgeblazen) wand bevatte uitsteeksels om je voeten op te zetten, maar ik gleed er na een paar seconden met mijn voeten vanaf. Onderin was dat niet erg, want in die korte tijd was ik alweer een stapje hoger gekomen, maar bovenin hield het touw op en moest je jezelf opduwen om daarna van de glijbaan te kunnen. Dat laatste, dat lukte mij dus niet. Ik heb het drie keer geprobeerd en daarna gaf ik het op. Mijn collega was ondertussen al halverwege de stormbaan. Ik stapte na de glijbaan in en rende achter hem aan. De volgende dag was weer een feestdag en stond ik opnieuw bij de stormbaan. Ik had er ondertussen vaak over nagedacht hoe snel ik had opgegeven, dus ik daagde opnieuw een collega uit om met mij te racen. Tegelijk klommen we omhoog. Ik lag iets voor en ik kwam bijna boven bij het klimtouw, maar bij het opduwen ging het weer mis. Ik wilde dit keer niet opgeven, dus ik probeerde het nog een keer. Mijn collega was er intussen al overheen geklommen en ze stond me onderaan de glijbaan aan te moedigen. Ik merkte dat mijn armen al begonnen te verzuren. Ik kon minder kracht zetten en ik gleed alweer naar beneden. Zo ging dat een aantal keer door. Een leerling zag het gebeuren en klom omhoog om me te helpen. Het lukte hem in één keer. Ik zag mezelf al bungelen aan zijn arm, dus ik heb zijn hulp niet aangenomen, hoe aardig ik het ook vond. Ik gaf op en stapte opnieuw na de glijbaan de stormbaan in. Respect voor alle leerlingen (en collega’s) waarbij het wel gelukt is. Het zag er een stuk makkelijker uit dan dat het in werkelijkheid was. Ik had twee dagen later nog steeds spierpijn in mijn bovenarmen en schouders.

Vrijdag 10 september fietsten mijn zoon en ik samen vanuit de tennisles naar huis. Een grote stortbui had onze kleding drijfnat gemaakt, maar de zon brak al snel door en we genoten van de regenbogen die we voor en rechts van ons konden zien. We wilden naar links afslaan en ik had mijn arm al uitgestoken om de richting aan te geven, toen ik besefte dat er een auto vlak achter ons reed. Ik riep naar mijn zoon dat hij moest blijven wachten en vlak daarna hoorde ik een harde klap. Snel zette ik mijn fiets aan de kant en tegelijkertijd keek ik naar wat er gebeurd was. Ik vreesde dat mijn zoontje was aangereden, maar het was een man die vlak achter hem fietste. De bestuurder van de auto parkeerde even verderop en kwam daarna verhaal halen. Gelukkig mankeerde de aangereden man niets ernstigs, was zijn fiets slechts licht beschadigd en zat er op de auto alleen een kras. Toen we allemaal van de schrik bekomen waren, gingen we ieder ons weegs.

De dag erna werd een leuke streekmarkt in ons streekmuseum georganiseerd. Op de fiets reden we er naartoe en we lieten ons informeren over jam, sap en droogbloemen uit de streek. Het was erg druk, ondanks het slechte weer. We kochten rozenjam, appelsap en een klein bosje droogbloemen. Bij de kraam van Pluktuin de Zonneroos kon ik namelijk niet pinnen en ik had maar een paar euro aan contant geld bij me. In de stromende regen fietsten we terug haar huis.

Op vrijdag 17 september stond ik al vroeg bij de Surfplas om de spullen voor de triatlon klaar te zetten. Samen met een collega stak ik vlaggetjes in de grond om de route aan te geven. Ook zetten we een banner en tafel neer bij de start. Er deden 26 leerlingen mee aan de wedstrijd, en een aantal daarvan had fanatiek getraind. Alle deelnemers ontvingen een badmuts van Triathlonvereniging Krimpenerwaard. De leerlingen startten met 600 meter zwemmen in natuurwater. Te horen aan hun geschreeuw, was het water erg koud. Tijd om zich te verkleden hadden de kinderen niet. Met een handdoek depten ze zich droog, trokken schoenen en eventueel een shirt en broekje over de zwemkleding aan en daarna sprongen ze op de fiets. De uiteindelijke winnaar behaalde bij het fietsen een grote voorsprong op zijn concurrenten. Het laatste deel bestond uit 4 km hardlopen. Twee jongens die wat minder snel waren, besloten bij dit onderdeel een stuk af te snijden, maar dat bleef niet onopgemerkt. De winnaar was nog steeds het snelst en kwam binnen het uur over de finish. Het was een prachtige wedstrijd, met veel inzet, goed weer en zonder blessures.

Op een zonnige zaterdagochtend besloten mijn zoontje en ik naar de bioscoop te gaan. Hij ging op zijn step en ik wandelde ernaast. Na ongeveer acht kilometer werden we ingehaald door mijn man, die trainde voor de marathon. Hij liep gezellig een kilometer met ons mee en daarna rende hij weer verder. Na zo’n 11 km lopen kwamen we bij Pathé de Kuip aan. We hadden kaartjes gekocht voor de film Tom & Jerry en we hadden een hele rij voor ons alleen. Met een grote bak popcorn genoten we van het verhaal. Na afloop waren we genoeg bijgekomen om verder te gaan. Over de Erasmusbrug liepen/stepten we naar het centrum, waar we onze borden vol schepten bij buffetrestaurant Spirit. Met een volle buik gingen we weer terug naar huis. De laatste paar kilometers begon ik het wel te voelen aan mijn voeten en mijn zoontje stelde voor om even van plaats te wisselen. Ik zou steppen en hij rende ernaast. Dat ging goed, hij hield het 700 meter vol.

Ik heb deze maand 54,7 km gewandeld, 300,4 km gefietst, 51,9 km hardgelopen en 0,7 km gestept.

Oktober

Op een zaterdag stelde mijn man voor om een grote wandeling door de polder te maken. Onze eerste stop was bij de supermarkt, waar we broodjes, fruit en vruchtensap insloegen. We liepen onder andere door de Berkenwoudse driehoek en daar hadden we nooit eerder gewandeld. Het gras was vochtig en onze schoenen werden dat daardoor ook. De buienradar gaf aan dat het pas aan het eind van de middag zou gaan regenen, maar toen we halverwege waren begon het al te miezeren. Op de terugweg maakten we een kleine omweg om in het Loetbos naar de wc te kunnen gaan. In een weiland zagen we hazen zitten en we konden erg dichtbij komen, zonder dat ze wegrenden. Mijn man wilde heel graag om drie uur weer thuis zijn, omdat het dan volgens zijn buienradar pas echt hard zou gaan regenen, dus we hadden er flink de pas in. We liepen het laatste stuk gemiddeld 6 km/uur. Na ruim 23 kilometer kwamen we weer thuis en keken we een film om onze voeten wat rust te gunnen.

In de tweede week van oktober was er een aantal dagen achter elkaar dichte mist in de ochtend. Toen ik naar mijn werk fietste, viel mijn blik opeens op het slootje naast de school. Ik vond het er magisch uitzien en daarom stapte ik van mijn fiets om er een foto van te maken.

Begin deze maand overleed de oma van mijn man. Op een woensdagmiddag zou ze na een herdenkingsdienst op een begraafplaats achter de kerk begraven worden. Op mijn fiets reed ik naar Rijswijk, mijn man en zoon volgden later met de auto. Met een handige app op mijn telefoon fietste ik in één keer goed, maar het was wel een saaie route, steeds parallel aan een provinciale weg. Het laatste gedeelte ging door Den Haag, waar ik langs prachtige bomen fietste, waarvan de bladeren onderin nog groen waren en via geel en oranje bovenin rood kleurden. De laatste kilometers waren spannend, want de app kostte zoveel energie, dat mijn telefoon bijna uitviel. Ik had nog maar een paar procent over. In de zomer had ik langere afstanden met een opgeladen telefoon gefietst, maar mogelijk ging het batterijgebruik toen langzamer, omdat het warmer was en batterijen in een warme omgeving minder snel leeg gaan. Ik kwam als eerste bij het kerkje aan en gebruikte de tijd om mijn sportschoenen te vervangen door zwarte ballerina’s. Ook legde ik mijn telefoon aan de meegenomen powerbank. Al snel kwamen er meer familieleden bij en konden we de kerk in. Wat volgde was een mooie dienst en begrafenis. Op de terugweg fietste ik langs Indisch restaurant Dewi Sri en impulsief parkeerde ik mijn fiets in het rek en ging er naar binnen om een drankje te drinken. De oma van mijn man kwam oorspronkelijk van Java en zij had me kennis laten maken met de Indische keuken. Na een tjendol (kokosmelk met jong kokosvruchtvlees, jackfruit en palmstroop) fietste ik het laatste stuk naar huis. Ik had de route-app bijna niet meer nodig, waardoor ik mijn telefoon tot aan thuis toe kon blijven gebruiken.

Een paar dagen later was mijn vader jarig en we vierden dat door bij mijn ouders te gaan eten. In het donker fietsten we terug naar huis en daarbij kwamen we over een pad, dwars door de polder, zonder straatverlichting. We konden maar een paar meter vooruit kijken en dat alleen dankzij het licht op onze fietsen. Plotseling remde mijn man en hij week uit naar links. Nieuwsgierig keek ik wat de reden was, een stekelig grijsbruin hoopje. We stapten af en bekeken de opgerolde egel met het licht van mijn telefoon. Voorzichtig schoof ik het dier naar de kant, het gras in, zodat er geen andere weggebruikers overheen zouden rijden. Daarbij gebruikte ik mijn telefoon en niet mijn handen, want egels staan erom bekend dat ze veel parasieten bij zich dragen. Het dier had zijn of haar kop schuin naast de poten gekruld, zodat het er aan de bovenkant als een stekelige bal uitzag. Daarna fietsten we zonder oponthoud verder.

Zaterdag 23 oktober was de dag voor de marathon en in Rotterdam was het al groot feest, want die dag werd de kidsrun georganiseerd. Onze zoon deed ook mee. We keken oponthoud eerst naar de wedstrijd voor de jongere kinderen en nadat zij gestart waren, ging onze zoon het startvak in. Het vak was al erg vol, dus hij kon niet bij de startlijn starten. Mijn man en ik gingen langs de kant staan en na de start moesten we goed zoeken om hem aan te kunnen moedigen. Hij liep niet zo snel als anders, omdat het te druk was om kinderen en hun coaches in te kunnen halen. Toen hij voorbij was, haastten we ons via de ondergrondse weg bij metrohalte Beurs onder het parcours door, zodat we hem aan de andere kant opnieuw aan konden moedigen. We kwamen net op tijd boven de grond en zagen hem nu voluit gaan. We liepen langs de kant achter hem aan naar de Coolsingel, waar hij een mooie medaille kreeg. We vierden zijn prestatie met een lunch bij restaurant Backyard. De dag erna was dus de marathon, maar mijn man deed, ondanks zijn uitgebreide training, niet mee. Hij had een paar weken ervoor een kniepees blessure opgelopen en elke keer als hij hardliep kreeg hij er al na een kortere afstand last van. In plaats daarvan maakten we een wandeling door het bos.

Op de laatste dag van oktober was ik uitgenodigd voor een babyshower. Helaas zat het weer niet mee, dus ik vertrok met mijn regenjas over mijn winterjas aan. Dat bleek al snel veel te warm te zijn, want mijn winterjas had die paar druppels die ik onderweg tegenkwam ook makkelijk aangekund. Desondanks was het een mooie route door de polder. Na 19 km fietsen was ik bij het juiste adres aangekomen en kon de grote verrassing beginnen. De toekomstige mama was weggelokt en in het geniep had haar schoonzusje de hele woonkamer versierd met balonnen. Er stond een prachtige tafel vol lekkere hapjes klaar, allemaal vegetarisch. Denk aan cupcakes, brownies, stroopwafeltjes, macarons, sandwiches met houmous, pecanbroodjes, spekkoek en een verdacht blauw drankje. Na twee uur kletsen, cadeautjes uitpakken, hilarische spelletjes om de verzorging van het kindje te oefenen en natuurlijk heel veel eten, zat het feest erop en sprong ik weer op de fiets. Dit keer had ik mijn regenpak echt nodig, maar mijn winterjas droeg ik er nu niet onder, wat het al een stuk comfortabeler maakte. Veruit de snelste weg leidde mij over een kilometerslange onverlichte dijk. Af en toe stond er een boerderij, maar er waren ook delen met alleen maar bos en aan de andere kant de rivier. Toen ik aan het fietsen was, besefte ik opeens dat het Halloween was. Gelukkig ben ik geen spoken of enge monsters tegengekomen. Toen ik er zeven kilometer op had zitten, begon het keihard te regenen. De dijk was smal en de wind raasde om me heen. Op het moment dat een auto me van achteren naderde, ben ik in de berm gaan fietsen, omdat ik bang was dat ik door de wind te veel zou slingeren. Mijn sokken en schoenen raakten doorweekt, maar de rest bleef aardig droog dankzij het regenpak. Onderweg kwam ik bijna geen andere fietsers tegen, maar het was dan ook slecht weer en hartstikke donker, doordat de klok de nacht ervoor een uur was teruggezet. In de dorpen die ik passeerde zag ik in totaal zeven fietsers, waarvan vier maaltijdbezorgers. Op de Algerabrug was ik zelfs de enige fietser, iets wat ik nog niet eerder heb meegemaakt. Na bijna anderhalf uur fietsen was ik weer thuis.

Ik heb deze maand 48 km gewandeld, 349,2 km gefietst en 54,6 km hardgelopen.

November

Op zaterdag 6 november werd er in het Krimpenerwaard College een klimaatmarkt gehouden. Ik raakte aan de praat met de oprichter van natuurgebied Natuurrijk, Kees Beaart. Hij vertelde vol passie over het weiland dat hij samen met zijn vrouw in de jaren zeventig kocht en vol plantte met bomen. Het natuurgebied wordt bijgehouden zonder gebruik te maken van zware machines en er worden ook geen pesticiden gebruikt. De stichting is op zoek naar vrijwilligers om te natuurfitnessen en voor het plaatsen van wildcamera’s (en bekijken van de foto’s). Dat laatste sprak me wel aan. Een paar dagen later mocht ik langskomen om te kijken hoe de wildcamera’s werken. Ik kreeg een rondleiding over het mooie stuk land, waar ik al vaak voorbij was gefietst, maar wat me nooit was opgevallen.

Op woensdag 24 november fietste ik naar Rotterdam om Aardvlinder in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Ik heb tot nu toe al wel workshops georganiseerd, maar ik wilde daarvoor dan alleen een vergoeding voor de materialen ontvangen. Met de inschrijving kan ik facturen gaan uitschrijven, waardoor het ook mogelijk wordt om investeringen in Aardvlinder te doen voor op de langere termijn. Al het verdiende geld gaat naar het bedrijf (en de belasting), ik verdien er zelf niets mee.

Ik heb deze maand 31,1 km gewandeld, 264,3 km gefietst en 58,2 km hardgelopen.

December

De laatste maand is aangebroken en dat gaat gepaard met een boel regen. Ondanks dat sprong ik gewoon op de fiets en mijn man en zoontje deden mee. Regenpakken aan en gaan.

We fietsten vroeg in de ochtend naar Rotterdam voor een pcr-test. We zagen de zon opkomen naast de Algerabrug, maar het was bitter koud en mijn voeten koelden tijdens de terugreis zo af dat het niet prettig meer aanvoelde. Mijn zoontje had nergens last van, hij trok halverwege de heenweg zijn handschoenen al uit.

Op de avond dat we het Sinterklaasfeest bij mijn ouders zouden gaan vieren, regende het zo hard dat ik er wel tegenop zag om te vertrekken. Mijn man wilde per sé meefietsen, hoewel ik er op aandrong dat zij die comfortabele droge auto moesten pakken. Dankzij onze regenpakken werden we niet nat en mijn zoontje vindt het inmiddels al zo normaal om overal op de fiets naartoe te gaan dat hij geen moment gezeurd heeft. We hadden een gezellige avond en op de terugweg was het droog. Op dat moment waardeer ik het wel om even te kunnen bewegen na het eten van al die kruidnoten.

Zaterdag 10 december fietste ik – opnieuw in de regen – samen met mijn zoontje naar de Grote Kerk in Lekkerkerk, want hij mocht optreden met Kinderkoor KiK. Doordat ik mocht helpen bij de generale repetitie, hoefde ik tussen het wegbrengen en het optreden in niet naar huis te fietsen. Ook mocht ik gratis naar de twee concerten kijken. In ruil daarvoor zat ik voorin bij de kinderen en wees ik de jonge kinderen erop om in de pauzes naar de wc te gaan en iets te drinken of eten. In de kerk stond een grote kerstboom en de zon scheen door de glas-in-lood ramen. Samen met jongerenkoor Twentysomething maakte het kinderkoor er twee spetterende optredens van, het voelde nostalgisch. Aan het eind van het concert kreeg ik een kerstster voor de hulp. Dat is wat ik noem een win-win situatie.

Woensdag 15 december bezocht ik Natuurrijk om de wildcamerabeelden te bekijken. Op één van de camera’s waren geen foto’s opgeslagen, maar de andere werkte wel. Ik had mijn laptop meegenomen om de beelden meteen te kunnen bekijken. Er zaten veel filmpjes bij met daarop benen van mensen die kwamen natuurfitnessen, maar er waren ook beelden van nijlganzen, hazen en kraaien. Op 5 december hadden twee hazen aan uit de boom gevallen appels zitten knagen en een kwartier later kwamen twee kraaien aangevlogen die de aangevreten appels meenamen. Ik denk dat de schil een beetje taai is, waardoor zo’n deels opgegeten appel, die nog vers is, veel beter smaakt. Ik plaatste nog een derde wildcamera en thuis plakte ik de beelden aan elkaar en zette het filmpje op Instagram.

Een paar dagen later sprong ik ’s ochtends vroeg op de fiets richting Haastrecht. Het was nog donker. Ik fietste ruim een uur door de polder en langzaam werd het licht. Er hing mist boven de weilanden. Ganzen vlogen in groten getale op wanneer ik binnen een paar honderd meter afstand kwam. Het was er uitgestorven, misschien zijn de ganzen uit ervaring wijs geworden dat vooral jagers zich vroeg in ochtend tussen de weilanden begeven. Even voor half tien, ik had nog tien minuten speling, kwam ik in Haastrecht aan. Samen met twee familieleden volgde ik een heel leuke workshop stip-ing bij Stukje voor Stukje, waar we schaaltjes beschilderden. Daarna lunchten we bij Proeverij Bregje en ik had geluk dat ik op de fiets was, want parkeren in het dorpscentrum was op dat moment haast onmogelijk. Bijna iedereen was er op uitgetrokken om kerstinkopen te doen voordat de verwachte harde lockdown die avond in zou gaan. Mijn jas, schoenen en handschoenen waren nog nat van de mist, maar toch kreeg ik het op de terugweg snel warm door zo hard mogelijk te fietsen. Met de wind in de rug fietste ik in iets meer dan een uur weer naar huis terug.

De eerste officiële dag van de kerstvakantie wilden we inluiden met een rondje langs onze favoriete eetgelegenheden. We vertrokken op tijd, want Sharp Sharp zou die dag wegens feestelijke omstandigheden al om 11 uur sluiten. We waren net de Algerabrug over toen de fietsketting van mijn zoon eraf liep. Snel zette ik zijn fiets ondersteboven en maakte ik tevergeefs mijn handen vuil. Het lukte me niet om de ketting weer om de tandwielen heen te krijgen. Ik bond zijn fiets aan een verkeersbord en daarna sprong hij bij mij achterop. Het was erg zwaar fietsen door het dubbele gewicht en de tegenwind. Toen ik de Van Brienenoordbrug op fietste raakte ik oververhit, maar inhouden durfde ik niet, want dan zouden we te laat kunnen komen. Tien minuten voor sluitingstijd waren we bij Sharp Sharp. We kochten heerlijke gebakjes en kerstkoekjes. De eigenaren gaven ons extra koekjes, die we buiten gelijk opaten. Daarna stond restaurant Spirit op het programma, waar we onder andere scones en een beker kokoskoffie kochten. De koffie zorgde ervoor dat mijn zoontje het weer wat warmer kreeg, want achterop de fiets, zonder zelf te bewegen, had hij het erg koud gekregen. Op ons gemak gingen we daarna richting restaurant Rozey, waar we een half uur voor de deur wachtten om onze bestelling op te kunnen halen. Dat restaurant ging namelijk pas om twaalf uur open. In de tussentijd aten we onze scones en deed mijn zoon een wedstrijdje hardlopen tegen zichzelf. Na het afhalen vulden we de zijtassen, aan de ene kant alle warme gerechten en aan de andere kant alles wat bevroren was. Er hingen ook nog wat tassen aan mijn stuur. Zonder tijdsdruk en met de wind in de rug verliep de terugweg erg relaxed. Vlak voor de Algerabrug haalden we de kapotte fiets van het slot en het laatste stuk wandelden we samen naar huis. Ik was wat huiverig voor wat ik aan zou treffen bij het uitpakken van de zijtassen, omdat mijn zoon er bovenop gezeten had, maar alles was nog heel. Snel vroren we de gebakjes in en die avond aten we een echt zelf afgehaald vegetarisch kerstdiner.

In de laatste twee weken van 2021 twijfelde ik of ik een artikel over mijn ervaring naar de lokale krant moest sturen. Ik vind het leuk als meer mensen wat vaker de fiets pakken, dus het zou als inspiratie voor anderen kunnen dienen. Op een grauwe zondagmiddag mailde ik de redactie van Het Kontakt en ik kreeg meteen een enthousiaste reactie van beide journalisten. Een paar dagen later werd ik via de telefoon geïnterviewd. Toen ik het artikel mocht controleren, schreef de journalist in de begeleidende mail dat hij naar aanleiding van ons gesprek had besloten om geen tweede auto aan te schaffen en in plaats daarvan mee te doen aan het fietsenplan van zijn werk. Hoe leuk is dat!

Op de dag dat het artikel over Powered by Me in het Kontakt stond, werd ik benaderd door een journalist van het AD Rotterdams Dagblad. We hadden een telefoongesprek van ruim veertig minuten en een dag later kwam de fotograaf langs. Hij stelde voor om de auto wat naar voren te rijden, zodat die mooi in het zonnetje zou staan en beter uit zou komen op de foto. Dat heb ik vriendelijk geweigerd. Donderdag 30 december stond het artikel in de krant. Dezelfde dag werd ik verrast met een heel mooi boeket van Mieke Evans, degene die Powered by Me heeft bedacht en het in 2017 ook een jaar lang had volgehouden. Een uur voor de jaarwisseling verscheen een digitale versie van het artikel in de app van het Algemeen Dagblad. Ik had verwacht dat het alleen zichtbaar zou zijn voor de Rotterdamse lezers, maar het bleek landelijk te zijn en nog voorpaginanieuws ook! Ik kreeg veel berichtjes van mensen aan de andere kant van het land. Het was erg leuk allemaal!

Ik heb deze maand 42,2 km gewandeld, 316,8 km gefietst en 56,8 km hardgelopen.

Totaal afgelegd in 2021

In 2021 heb ik in totaal 589,8 km gewandeld, 3753,1 km gefietst, 631,4 km hardgelopen, 20,9 km geschaatst, 6,5 km gesupt, 4,6 km gestept en 4,3 km geroeid.

Kortom, ik heb in dit jaar 5.010,6 km afgelegd zonder gebruik te maken van gemotoriseerde voertuigen.